Geschiedenis
In de Belgische Ardennen, staat het imposant statige gebouw. Dit sanatorium, ook wel ‘Sanatorium du basil’ genoemd. Het initiatief voor de bouw van een sanatorium, kwam in 1899 van de directeur van het Bacteriologisch Laboratorium, Ernest Malvoz. Omstreeks 1900 werd er gestart met de bouw en in 1903 werden de eerste patiënten opgevangen.
De locatie op een heuvel midden in een bosrijk gebied, is niet willekeurig gekozen. Door de schone lucht en rustgevende omgeving maakt het een gunstig klimaat voor de tuberculosepatiënten om te herstellen. Tevens is het, op het zuiden gerichte hoofdgebouw, zo ontworpen dat door zijn gebogen vorm, men optimaal kan profiteren van het zonlicht. Dit had een positief effect op de behandeling. Het karakteristieke hoofdgebouw is symmetrisch opgezet met als middelpunt een toren met klok. In het westen was de medische afdeling. Op de eerste verdieping aan de achterzijde bevond zich de kantine en keuken. De was- en stookruimte waren gevestigd op begane grond met een fraai opgemetseld bakstenen schoorsteen.
Na de periode, als het hersteloord voor tuberculosepatiënten, deed het gebouw dienst als psychiatrische instelling en van 2010 tot 2013 als asielzoekerscentrum. Hierop werd het gebouw gesloten vanwege de enorme servicekosten. Sinds die tijd staat het complex te koop voor €3.000.000,-.
Ons bezoek
Hoofdstuk 5: Het verborgen verleden van de tubercolosepatiënten in het ‘Sanatorium du basil’
Vandaag staat op het programma ‘Sanatorium du basil’. Door de verhalen op internet, werden we getriggerd om deze locatie nader te onderzoeken. De geschiedenis als hersteloord voor tuberculosepatiënten, het imposante karakteristieke gebouw en de verhalen over ronddwalende geesten, maakte dit een interessante locatie om te bezoeken. Zoals voor elk gebouw geldt … hoe komen we binnen? Dat is altijd weer een grote uitdaging en wellicht ook wel het leukste om uit te zoeken. Uit de gesprekken op verschillende forums blijkt dat het nog vrij lastig blijkt om het sanatorium binnen te komen. Wellicht dat een ronddwalende geest zo gastvrij is om ons te ontvangen… je weet het niet. Eenmaal de auto geparkeerd aan de onderzijde van de heuvel, begon de klim naar boven. Na een tijdje zien we in de verte door de bomen al delen van het gebouw. Na de berg op gewandeld te hebben, waarbij we helaas hebben moeten constateren dat onze conditie verre weg van top is, kwamen we enigszins bezweet bovenop de heuvel aan. Voor het eerst zagen we het volledige gebouw met de gebogen gevel! Wat een imposant complex! Met de wetenschap dat het moeilijk is om binnen te komen, verkennen we via de tuin het sanatorium. Waar kunnen we naar binnen? Eenmaal dichterbij het gebouw zagen we al snel dat de goed gemutste geesten alle deuren en ramen open hadden gezet voor ons. Dit kwam niet overeen met de verhalen van internet dat het ontzettend moeilijk was om het gebouw binnen te treden. Was het dan in 3,5 jaar tijd zo sterk in verval geraakt? Binnen begon voor ons het avontuur om alle ruimtes te bekijken en gave foto’s te maken. Al snel bleek dat ook hier de ‘ik-sloop-alles-wat-ik-zie-tuig’ was langs geweest. Echt jammer van zo’n pand met dat verleden. Nadat we elke verdieping hadden bekeken was ons hoofddoel om in de hoogste punt van het gebouw te komen. Het karakteristieke torentje met klok. Wat nog wel gezegd dient te worden … we hoorden inderdaad af en toe geluiden uit een kamer of van de hal komen. Geluiden als dichtslaan van een deur of raam. Nu kunnen we net doen of we geesten gehoord hebben … zodat we een aantal internetverhalen kunnen bevestigen … maar daar zijn we iets te nuchter voor om dat te geloven als er ook zoiets bestaat als de wind/tocht die al deze geluiden veroorzaken. We zijn ze natuurlijk wel dankbaar dat ze voor ons de deuren hebben opengezet. Maar goed, even terug naar de realiteit. We waren op zoek naar de ingang van het torentje. Deze hadden we snel gevonden omdat tal van urbexers en het ‘ik-sloop-alles-wat-ik-zie-tuig’ ons voor waren geweest. Via smalle houten gammele trappetjes kwamen we helemaal boven in het torentje terecht. Vanuit het torentje keken we zo over de toppen van de bomen het dal in… wat een uitzicht. Missie volbracht!
Eenmaal beneden aangekomen zijn we nog in de kantine, keuken en wat bijgebouwtjes geweest. Nadat we alles gezien hadden zijn we weer via de tuin naar het zandpaadje gelopen welke ons weer naar de auto bracht. Onderweg kwamen we nog een groep Nederlandse jongeren tegen die voor het gebouw kwamen en veel kenmerken vertoonde van ‘ik-sloop-alles-wat-ik-zie-tuig’. Zonde …