CaCO3 Warehouse

Review

Geschiedenis

Wat de exacte geschiedenis van het pand is, moeten we helaas schuldig blijven. Wij vermoeden echter dat dit gebouw onderdeel is geweest van de zinkindustrie rondom de Maasvallei. In de oude groeven werden sinds de 13e eeuw werd gemijnd door de abdij van Flône. Toen de abdij eenmaal ophield met bestaan werden de mijnen en het omliggend land gekocht door één kanunnik. De ijzer-, zink-, kalamijn- en loodmijnen ontwikkelden zich daarna enorm.

In 1844 werd een Frans/Belgisch bedrijf onder de naam La Grande Montagne opgericht. Ze kregen een hal met 18 ovens om het zink te verminderen, vier ovens voor het uitgloeien en een atelier voor het vervaardigen van smeltpannen. Dit bedrijf boekte echter niet genoeg winst en hield op met bestaan in 1850. Société des Mines et Fonderies de Zinc de la Vieille Montagne kocht de mijnen en fabrieken weer op. In totaal had de fabriek rond 1910 zo’n 36.000 werknemers in dienst in verschillende bedrijven door heel Europa. Na de Eerste en Tweede Wereldoorlog kwam de productie weer moeizaam op gang en werden enkele fabrieken stilgelegd. In 1989 kwam een einde aan het bestaan van het bedrijf. Veel gebouwen zijn echter behouden.

Ons bezoek

Hoofdstuk 9: ‘We noemen het; CaCO3 Warehouse’

De dag was niet al te best begonnen met twee gesloopte gebouwen en een ietwat tegenvallend bezoek aan Chateau Rouge. Om een tweede locatie aan te doen, rijden we terug naar ons geliefde ‘Trash-city’ zoals we deze Belgische stad inmiddels liefkozend noemen. We hebben al een bestemming in gedachte; een oude kristalfabriek.

Onderweg zien we echter vanaf de snelweg enkele panden aan de overkant van het water staan. We nemen de eerste de beste afslag en gaan eens een kijkje nemen. Het lijken op het eerste oog inderdaad verlaten gebouwen, maar we weten niet precies waarvoor deze gebouwen gebruikt werden. Ook het zoeken op Google levert geen enkel resultaat op. Zou dit misschien een locatie zijn waar nog nooit iemand is geweest? Met deze gedachte gaan we ervoor. Het gebouw staat pal aan een openbare weg en we hebben al gezien dat er niet veel openingen aan de voorzijde zijn. Wat we wel hebben gezien is dat een deel van de achterzijde ingestort is. Aan deze zijde moet het zeker lukken om binnen te geraken.

Om de achterzijde te bereiken moeten we alleen door een struikgewas vol prikkels. Het levert behoorlijk wat schaafwonden op aan ons gezicht, onze handen en onze kleren hebben er ooit beter uitgezien. Maar we bereiken de achterzijde. Via een deels ingestorte muur klimmen we het dak op. Heel stevig staat deze muur niet meer, want bij iedere stap donderden enkele bakstenen naar beneden. Doordat het dak deels ingestort is, kunnen we via het puin naar beneden lopen. We zijn binnen!

Maar waar zijn we nu precies? Het lijkt een loods met wit spul, maar wat is dit voor spul? Om een beter overzicht te krijgen klimmen we de hoop zooi op, maar dit zooitje blijkt uitermate zacht te zijn. Tot aan onze knieën komen we in dit witte spul te zitten. Fijn! Zeker als je een zwarte broek aan hebt. Met een half witte broek verkennen we de loods verder. We zien drie enorme schoorstenen die we van de buitenzijde niet hebben gezien. Overal liggen pakketten van witte blokken. Als we op één van de schoorstenen een brief ‘Chaux’ zien, weten we ook wat het witte spul is. Het is kalk en dit is een opslagplaats van kalkblokken.

Het heeft er alle schijn van dat dit gebouw nog in gebruik is en wordt gebruikt als opslag, maar ooit behoorde het tot een ander doel. Nog altijd denken we dat wij de eerste urbexers zijn die in deze loods hebben gestaan. Mogen wij deze locatie dan een naam geven? We knikken instemmend naar elkaar. We noemen het: CaCO3 Warehouse, de opslagplaats voor kalk. Echt spannend is deze locatie niet, maar we vinden het tof dat vanaf nu deze locatie onze naam zal gaan dragen. Welke urbexer gaat deze locatie bezoeken?